Ik weet zelf wat armoede is en daarom ben ik actief in mijn buurt. Ik wil andere gezinnen graag helpen. In de flats wonen een heel aantal grote gezinnen. Zij hebben het moeilijk. Ik ben een vertrouwenspersoon voor ze.
In coronatijd heb ik een voedseluitgifte opgezet. Eerst vanuit mijn garage en nu maak ik gebruik van een buurtkamer. Zo kan ik veel mensen helpen. Mensen uit de buurt zijn vrijwilliger bij mij. Het voedsel is een middel om in contact te komen met de mensen.
We organiseren ook een buurtmaaltijd en vooraf dansen we met elkaar. Voor de kinderen willen we ook graag wat doen.
Wij heten Moeders van Noord.
---
Comments